Beantwoording kamervragen prijsontwikkeling na btw-verlaging e-books
In zijn brief van 3 februari 2021 zendt de staatssecretaris van FinanciĆ«n – Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief, de Tweede Kamer de beantwoording van de op 18 november 2020 ingezonden vragen van VVD, CDA en D66 over de reactie van de Mediafederatie n.a.v. het rapport van het CBS naar de prijsontwikkeling van digitale publicaties.
Gelijk speelveld voor de btw
De staatssecretaris geeft aan dat het gelijke speelveld ziet op de fiscaliteit. Door het btw-tarief op elektronische publicaties te verlagen naar het geldende verlaagde btw-tarief van fysieke publicaties, ontstaat vanuit btw-perspectief een gelijke behandeling van beide. Dit staat geheel los van de uiteenlopende regimes op het vlak van wettelijke prijsbinding voor respectievelijk elektronische en fysieke publicaties.
Bespreking met Mediafederatie
Op 27 januari 2021 hebben de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Financiƫn (Fiscaliteit en Belastingdienst) gesproken met de Mediafederatie. Tijdens die bespreking zijn de verschillende bevindingen in het CBS-onderzoek en de reactie daarop van de Mediafederatie aan de orde gekomen. Deze bevindingen hoeven elkaar niet tegen te spreken.
Diepgaander onderzoek nodig
Geconcludeerd werd wel dat voor een meer gedetailleerde beoordeling van alle bevindingen diepgaander onderzoek nodig is. De voor 2022 geplande evaluatie van het lage btw-tarief op (elektronische en fysieke) boeken, kranten en tijdschriften lijkt het kabinet daarvoor het meest geschikte moment. Met de Mediafederatie is afgesproken dat zij hier een bijdrage aan zullen leveren, door waar de Mediafederatie beschikt over relevante cijfers deze ten behoeve van het onderzoek worden gedeeld. Ook verstrekt de Mediafederatie nadere informatie en duiding over de prijsvorming. Daarnaast is de Mediafederatie bereid om in verschillende fases van de evaluatie vragen te beantwoorden.
Prijsvorming
Er zijn talloze factoren die van invloed kunnen zijn op de prijsvorming van producten. Het streven van het kabinet is erop gericht op basis van de evaluatie in 2022 meer inzicht te kunnen geven in de factoren die de prijsvorming beĆÆnvloeden.
Prijsontwikkeling elektronische publicaties
Het CBS verzamelt en verwerkt op verzoek van het ministerie van Financiƫn de prijsinformatie van elektronische publicaties sinds de start van het onderzoek in december 2019 maandelijks. Dit zal met het oog op de evaluatie in ieder geval tot medio 2022 gebeuren. De doorwerking van de btw-verlaging op consumentenprijzen (fysiek en digitaal) zal een van de factoren zijn waarnaar gekeken zal worden bij de evaluatie. Daarbij opgemerkt dat dit niet de doelstelling was van deze specifieke maatregel. Dat was namelijk het creƫren van een gelijk (fiscaal) speelveld tussen fysieke en elektronische publicaties, wat per definitie wordt bereikt met deze maatregel. Er is een langere tijd nodig om gefundeerd te oordelen over de prijsontwikkeling in elektronische publicaties. Dat onderschrijft ook de Mediafederatie.
Krantenabonnementen
Het kabinet heeft geen inzicht in de contracten en de toegepaste prijszetting van krantenabonnementen. Het kabinet kan om die reden ook niet bevestigen dat in meerjarige abonnementen in de prijzen naast de verlaging van het btw niet ook een stijging van andere factoren is meegenomen die de prijzen verhogen. Of een burger een juridisch afdwingbaar recht heeft dat bij lopende abonnementen de prijzen worden aangepast aan de btw-tariefsverlaging, is afhankelijk van de afgesloten overeenkomst.
IMF-studie
Een recente IMF studie naar de doorberekening van btw-aanpassingen voor verschillende productgroepen in verschillende landen concludeert dat de mate van doorberekening van btw-aanpassingen sterk heterogeen is, afhankelijk van de productgroep en de type maatregel (bijv. aanpassing hoog versus laag tarief). Zo bleek het verlaagde btw tarief op verbouwen tijdens de financiƫle en economische crisis na 2009 daadwerkelijk te leiden tot lagere consumentenprijzen.
Internationaal onderzoek
Aan de andere kant blijkt uit internationaal onderzoek dat ook sprake kan zijn van (zeer) beperkte doorwerking en dat er altijd sprake is van andere factoren die de uiteindelijke prijzen beĆÆnvloeden. Het kabinet benadrukt daarom ook dat een aanpassing van btw tarieven niet het geĆ«igende instrument is om prijzen te corrigeren. Dit blijkt ook uit vele rapporten van o.a. het CPB, het PBL en het IMF. Zoals eerder opgemerkt is prijsaanpassing niet de doelstelling geweest van deze maatregel.