Btw op menselijke geslachtscellen
Minister Kuipers (VWS) heeft op 5 april 2023 antwoord gegeven op vragen over btw op menselijke geslachtscellen van de Tweede Kamerleden Paulusma en Romke de Jong (beiden D66). Zij vragen waarom dit btw-tarief (21%) hoger is dan het btw-tarief (9%) van dierlijke geslachtscellen (bijvoorbeeld bij sperma van paarden). Verder willen zij weten waarom menselijke geslachtcellen zoals zaad- en eicellen niet vallen onder de btw-vrijstelling zoals voor ander menselijk lichaamsmateriaal zoals voor menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk.
Btw-tarief
In Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting is gebruik gemaakt van de ruimte die de Btw-richtlijn biedt voor een verlaagd btw-tarief op goederenleveringen die normaal bestemd zijn voor het gebruik in de landbouw. Hieronder zijn begrepen goederen (waaronder sperma) die bestemd zijn voor de voortplanting van de in de tabelpost genoemde dieren. De Btw-richtlijn biedt echter geen ruimte om het verlaagde btw-tarief toe te passen op geslachtscellen die voor reproductieve doeleinden bij mensen worden geleverd, waardoor hierop het algemene tarief van 21% van toepassing is.
Btw-vrijstelling
De Btw-richtlijn voorziet in een aantal vrijstellingen die, als uitzondering op de
hoofdregel, strikt moeten worden uitgelegd. De Btw-richtlijn staat enkel toe om de
levering van menselijke organen, menselijk bloed en moedermelk vrij te stellen
van btw. De levering van menselijke geslachtscellen valt daarmee niet onder de
reikwijdte van deze bepaling.
De Btw-richtlijn biedt niet de ruimte om de vrijstelling zodanig uit te breiden dat ook de levering van menselijke geslachtscellen daaronder kan worden gebracht. Een eventuele aanpassing van de Btw-richtlijn vergt de instemming van alle lidstaten en vergt in de regel een langdurig Europees wetgevingstraject die op dit moment niet wordt voorzien. Een
btw-vrijstelling zou overigens slechts gedeeltelijk of mogelijk in het geheel niet tot een lagere prijs leiden. Ten eerste omdat de leverancier die de vrijstelling toepast bij gevolg ook geen recht meer heeft op aftrek van btw op zijn kosten en ten tweede omdat in het algemeen blijkt dat een btw-verlaging niet altijd (volledig) wordt doorberekend.