HvJ Régie communale autonome du stade Luc Varenne beschikking
Art 10 Zesde richtlijn verzet zich niet tegen een nationale wettelijke regeling en een nationale administratieve praktijk waarbij als aanvangstijdstip van de termijn voor verjaring van de vordering tot voldoening van de ten onrechte afgetrokken btw wordt genomen de dag van indiening van de aangifte waarbij de belastingplichtige zijn recht op aftrek voor het eerst geldend heeft gemaakt.
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 9 juli 2009.
Régie communale autonome du stade Luc Varenne tegen Belgische Staat.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Tribunal de première instance de Mons – België.
Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Zesde btw-richtlijn – Artikel 10, leden 1 en 2 – Voldoening van ten onrechte afgetrokken belasting – Aanvangstijdstip van verjaringstermijn.
Zaak C-483/08.
Artikel 10 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling en een nationale administratieve praktijk waarbij als aanvangstijdstip van de termijn voor verjaring van de vordering tot voldoening van de ten onrechte afgetrokken belasting over de toegevoegde waarde wordt genomen de dag van indiening van de aangifte waarbij de belastingplichtige zijn recht op aftrek voor het eerst geldend heeft gemaakt.
De volledige tekst van deze zaak is alleen beschikbaar in het Frans.