HvJ Commissie-Ierland arrest
Door in de nationale regeling geen algemene bepaling op te nemen volgens welke de economische activiteiten die door publiekrechtelijke lichamen buiten het overheidskader worden verricht, zijn onderworpen aan de belasting over de toegevoegde waarde; |
door in de nationale regeling noch een algemene bepaling op te nemen volgens welke publiekrechtelijke lichamen die als overheid handelen zijn onderworpen aan de belasting over de toegevoegde waarde wanneer de niet-belastingplichtigheid tot significante verstoring van de mededinging kan leiden, noch enig criterium dat de beoordelingsvrijheid van de minister van Financiën in dit verband kan begrenzen, en
door in de nationale regeling geen algemene bepaling op te nemen volgens welke aan de belasting over de toegevoegde waarde zijn onderworpen de publiekrechtelijke lichamen die werkzaamheden verrichten die in bijlage I bij richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde worden genoemd, voor zover deze werkzaamheden niet verwaarloosbaar zijn,
is Ierland de krachtens de artikelen 2, 9 en 13 van deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 juli 2009.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Ierland.
Niet-nakoming – Belasting over toegevoegde waarde – Richtlijn 2006/112/EG – Artikelen 2, 9 en 13 – Door staat, gemeente en andere publiekrechtelijke lichamen verrichte economische activiteit – Vrijstelling.
Zaak C-554/07.
De volledige tekst van deze zaak is alleen beschikbaar in het Engels en Frans.