HvJ Mihal arrest
Een door een particulier uitgeoefende werkzaamheid, zoals die van gerechtsdeurwaarder, is niet van belasting over de toegevoegde waarde vrijgesteld op de enkele grond dat zij bestaat in het verrichten van overheidshandelingen. Zelfs al verricht de gerechtsdeurwaarder dergelijke handelingen in de uitoefening van zijn ambt, volgens een wettelijke regeling als die welke aan de orde is in het hoofdgeding, verricht hij zijn werkzaamheden niet als publiekrechtelijk lichaam, daar hij geen deel uitmaakt van de overheid, maar in de vorm van een economische werkzaamheid als zelfstandige in het kader van een vrij beroep, en bijgevolg komt hij niet in aanmerking voor de vrijstelling voorzien in artikel 4, lid 5, eerste alinea, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad, van 17 mei 1977, betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag.
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 21 mei 2008.
Karol Mihal tegen Daňový úrad Košice V.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Najvyšší súd Slovenskej republiky – Slowakije.
Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Zesde btw-richtlijn – Belastingplichtigen – Artikel 4, lid 5, eerste alinea – Publiekrechtelijke lichamen – Gerechtsdeurwaarders – Natuurlijke personen en rechtspersonen.
Zaak C-456/07.
Volledige tekst alleen beschikbaar in het Frans en Slowaaks.