HvJ Geocycle Bulgaria beschikking
Het neutraliteits- en doeltreffendheidsbeginsel verzetten zich ertegen de afnemer van een levering het recht op aftrek van voorbelasting te ontzeggen wanneer, voor één en dezelfde levering, de btw een eerste keer bij de leverancier is geïnd, omdat hij in de door hem uitgereikte factuur btw heeft aangegeven, en vervolgens een tweede keer bij de afnemer, als niet is voorzien in de mogelijkheid om de btw te rectificeren wanneer er een naheffingsaanslag is vastgesteld.
De beginselen van fiscale neutraliteit en doeltreffendheid van het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten in die zin worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een lidstaat de afnemer van een levering het recht op aftrek van de voorbelasting ontzegt wanneer, voor één en dezelfde levering, de belasting over de toegevoegde waarde een eerste keer bij de leverancier is geïnd, omdat hij in de door hem uitgereikte factuur opgave van die belasting heeft gedaan, en vervolgens een tweede keer bij de afnemer, ingeval de nationale wettelijke regeling niet voorziet in de mogelijkheid om de belasting over de toegevoegde waarde te rectificeren wanneer er een naheffingsaanslag is vastgesteld.
Niet in het Nederlands gepubliceerd.
Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 23 november 2017 –
Geocycle Bulgaria
(Zaak C‑314/17) (1)
„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) – Beginsel van fiscale neutraliteit en doeltreffendheidsbeginsel – Verleggingsregeling – Weigering om de adressaat van de factuur het recht op aftrek van de voorbelasting toe te kennen – Beslissing van de belastingautoriteiten waarbij aan de afnemer van een goed belasting in rekening wordt gebracht”
Harmonisatie van de belastingwetgeving – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde – Aftrek van de voorbelasting – Verleggingsregeling – Belastingplichtige die gehouden is de belasting over de toegevoegde waarde te voldoen als ontvanger van goederen of diensten – Belasting die ten onrechte in rekening is gebracht en is geïnd bij de leverancier van de goederen of diensten – Beslissing van de belastingautoriteiten waarbij aan de afnemer van een goed belasting in rekening wordt gebracht – Geen mogelijkheid om de ten onrechte in rekening gebrachte belasting te rectificeren – Weigering om de adressaat van de factuur het recht op aftrek van de voorbelasting toe te kennen – Schending van het beginsel van fiscale neutraliteit en van het doeltreffendheidsbeginsel
(Richtlijn 2006/112 van de Raad)
(zie punt 35 en dictum)
Dictum
De beginselen van fiscale neutraliteit en doeltreffendheid van het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten in die zin worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat een lidstaat de afnemer van een levering het recht op aftrek van de voorbelasting ontzegt wanneer, voor één en dezelfde levering, de belasting over de toegevoegde waarde een eerste keer bij de leverancier is geïnd, omdat hij in de door hem uitgereikte factuur opgave van die belasting heeft gedaan, en vervolgens een tweede keer bij de afnemer, ingeval de nationale wettelijke regeling niet voorziet in de mogelijkheid om de belasting over de toegevoegde waarde te rectificeren wanneer er een naheffingsaanslag is vastgesteld.
1 PB C 256 van 7.8.2017.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 29 mei 2017 – Geocycle Bulgaria EOOD / Direktor na direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” – Veliko Tarnovo, pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite
(Zaak C-314/17)
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Varhoven administrativen sad
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Geocycle Bulgaria EOOD
Verwerende partij: Direktor na direktsia „Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” – Veliko Tarnovo, pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite
Prejudiciële vraag
Is sprake van een schending van de beginselen van fiscale neutraliteit en doeltreffendheid van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig de bepalingen van richtlijn 2006/112/EG1 van de Raad van 28 november 2006, indien in een geval als dat welk in het hoofdgeding aan de orde is, over dezelfde levering tweemaal btw in rekening wordt gebracht, te weten eenmaal volgens de algemene btw-regeling – door de leverancier, die de btw in de verkoopfactuur vermeldt – en dan nog eens als gevolg van een op de verleggingsregeling (verlegging van de belastingplicht) gebaseerde naheffingsaanslag voor de afnemer, en hierbij in de praktijk het recht op btw-aftrek wordt ontzegd en het nationale recht geen mogelijkheid biedt om na afloop van de belastingcontrole de op de factuur van de leverancier vermelde btw te corrigeren?
____________
1 PB 2006, L 347, blz. 1.