Verzuimboete passend en geboden voor te weinig btw op aangifte voldoen
Belanghebbende exploiteert een administratiekantoor en heeft over de jaren 2011 tot en met 2014 btw-aangiften gedaan. Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de Belastingdienst aan belanghebbende naheffingsaanslagen opgelegd met een verzuimboete van 10% van de nageheven omzetbelasting.
In geschil is of de verzuimboete terecht is opgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat bij een bevestigend antwoord het boetebedrag ten hoogste € 450 is.
In geschil bij het Hof is alleen nog of de verzuimboete terecht is opgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat bij een bevestigend antwoord het boetebedrag ten hoogste € 450 is.
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 03-03-2020
- Datum publicatie
- 13-03-2020
- Zaaknummer
- 19/00232 en 19/00233
- Formele relaties
- Eerste aanleg:Â ECLI:NL:RBGEL:2019:661, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Rechtsgebieden
- Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
- Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
OB. Belanghebbende heeft te weinig omzetbelasting op aangifte voldaan. Verzuimboete.
- Vindplaatsen
- Rechtspraak.nl
Viditax (FutD), 13-03-2020 - Verrijkte uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM – LEEUWARDEN
locatie Arnhem
nummers 19/00232 en 19/00233
uitspraakdatum: 3 maart 2020
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 februari 2019, nummers AWB 18/1197 en 18/1199, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
1Ontstaan en loop van het geding
2Vaststaande feiten
3Geschil
In geschil is of de verzuimboete terecht is opgelegd. Tussen partijen is niet in geschil dat bij een bevestigend antwoord het boetebedrag ten hoogste € 450 is.
4Beoordeling van het geschil
Slotsom
Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep gegrond.
5Griffierecht en proceskosten
Nu het Hof het hoger beroep gegrond verklaart, dient de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht te vergoeden.
De proceskosten van belanghebbende zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op reis en verletkosten, in totaal begroot op € 348.
6Beslissing
Het Hof:
– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank,
– verklaart het bij de Rechtbank ingestelde beroep gegrond,
– vernietigt de uitspraken van de Inspecteur,
– vernietigt de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011,
– vernietigt de beschikking heffingsrente,
– vermindert de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 tot € 11.605,
– vermindert de belastingrente dienovereenkomstig,
– vermindert de verzuimboete over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2014 tot € 450,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 348,
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 170 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 128 in verband met het hoger beroep bij het Hof.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. S.M. Evers en mr. A.I. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier.
De beslissing is op 3 maart 2020 in het openbaar uitgesproken.
De griffier, De voorzitter,
(A. Vellema) (A. van Dongen)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 4 maart 2020.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH DEN HAAG.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 – het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
Niet gepubliceerd.