Voorkoming cumulatie aftrekbeperking btw horecabestedingen 

Voorkoming cumulatie aftrekbeperking btw horecabestedingen 

De Staatssecretaris van Financiën heeft, vooruitlopend op een wetswijziging, het besluit aftrek voorbelasting gewijzigd door hierin een goedkeuring op te nemen om cumulatie in verband met de aftrekbeperking op horecabestedingen op te nemen.

In de praktijk komt het namelijk voor dat de verstrekking van spijzen en dranken wordt uitbesteed aan een ondernemer die deze prestatie weer uitbesteedt aan een andere ondernemer. Dit kan zich daarna nog herhalen. Artikel 15 lid 5 Wet OB leidt er dan toe dat bij al die ondernemers de aftrek van de in rekening gebrachte btw is uitgesloten. Dit acht de staatssecretaris gelet op het doel van de regeling ongewenst.

Hij keurt daarom goed dat ondernemers de btw in aftrek brengen die aan hen in rekening is gebracht als zij deze prestatie niet afnemen als eindgebruiker maar op hun beurt deze zelfde prestatie verrichten en doorbelasten aan een derde en ter zake btw in rekening moeten brengen.

Het is dan wel vereist dat de ondernemer op de factuur aan zijn afnemer aangeeft dat het gaat om een verstrekking van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse zoals bedoeld in artikel 15 lid 5 Wet OB. Daarmee is duidelijk dat de afnemer dan geen recht op aftrek heeft van de op factuur berekende btw, tenzij hij zelf in aanmerking komt voor toepassing van deze goedkeuring.

Als in het verleden al zo is gehandeld, hoeft hierop niet te worden teruggekomen.

BesluitPDF

Wijziging van het besluit van 24 november 2020, nr. 2020-167584, Omzetbelasting. Aftrek van omzetbelasting.

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 14 september 2021, nr. 2021-150944

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit wijzigt het besluit van 24 november 2020, nr. 2020-167584 (Stcrt. 2020, nr. 63000). In onderdeel 3.5 wordt een goedkeuring opgenomen ter voorkoming van een cumulatieve aftrekuitsluiting voor het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden.

ARTIKEL I
Het besluit van 24 november 2021, nr. 2020-167584 (Stcrt. 2020, nr. 63000), wordt als volgt gewijzigd.

A

Vóór onderdeel 1 wordt een alinea toegevoegd, luidende:

In onderdeel 3 wordt een goedkeuring opgenomen ter voorkoming van een cumulatieve aftrekuitsluiting voor het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden.

B

In onderdeel 5 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd:

5.2.8 Verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf
Ingevolge artikel 15, vijfde lid, van de wet, bestaat geen recht op aftrek van btw die in rekening is gebracht ter zake van het verstrekken van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Doel is btw te laten drukken op dergelijk consumptief verbruik, ook als dit plaatsvindt in een bedrijfsmatige sfeer.1 In de praktijk komt het voor dat de in artikel 15, vijfde lid, van de wet bedoelde verstrekking van spijzen en dranken wordt uitbesteed aan een ondernemer die deze prestatie weer uitbesteedt aan een andere ondernemer. Dit kan zich daarna nog herhalen. Deze zelfde prestatie bestaande in het verstrekken van spijzen en dranken zoals bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de wet wordt dan opvolgend aan verscheidene ondernemers verricht. Artikel 15, vijfde lid, van de wet leidt er dan toe dat bij al die ondernemers de aftrek van de in rekening gebrachte btw is uitgesloten. Dit acht ik gelet op het doel van de regeling ongewenst. Om die reden wordt vooruitlopend op een wetswijziging het volgende goedgekeurd.

Goedkeuring

Ik keur goed dat ondernemers op grond van artikel 15, eerste lid, van de wet de btw in aftrek brengen die aan hen in rekening is gebracht ter zake van het verstrekken van spijzen en dranken zoals bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de wet, als zij deze prestatie niet afnemen als eindgebruiker maar op hun beurt deze zelfde prestatie verrichten en doorbelasten aan een derde en ter zake btw in rekening moeten brengen.

Voorwaarde

Voor toepassing van de goedkeuring is vereist dat de ondernemer op de factuur aan zijn afnemer aangeeft dat het (geheel of gedeeltelijk) gaat om een verstrekking van spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse zoals bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de wet. Daarmee is duidelijk dat de afnemer dan geen recht op aftrek heeft van de op factuur berekende btw, tenzij hij zelf in aanmerking komt voor toepassing van deze goedkeuring.

ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Indien in het verleden overeenkomstig deze goedkeuring is gehandeld, hoeft hierop niet te worden teruggekomen.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Den Haag, 14 september 2021,
De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
namens deze,
H.G. Roodbeen
Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken

1
Kamerstukken II 1970/71, 10 901, nr. 5.

Staatscourant