Artikel 247 BTW-richtlijn

Artikel 247

1.   Iedere lidstaat bepaalt hoe lang de belastingplichtigen ervoor moeten zorgen dat de facturen betreffende de op zijn grondgebied verrichte goederenleveringen of diensten en de facturen die op zijn grondgebied gevestigde belastingplichtigen hebben ontvangen, moeten worden bewaard.

2.   Om te waarborgen dat de in artikel 246 bedoelde voorwaarden worden vervuld, kan de in lid 1 bedoelde lidstaat bepalen dat de facturen moeten worden bewaard in de oorspronkelijke vorm — op papier of elektronisch — waarin zij zijn toegezonden of ter beschikking gesteld. De lidstaat kan tevens bepalen dat, wanneer de facturen langs elektronische weg worden bewaard, de gegevens die de authenticiteit van de herkomst en de integriteit van de inhoud overeenkomstig artikel 246, eerste alinea, waarborgen, eveneens worden bewaard.

3.   De in lid 1 bedoelde lidstaat kan bijzondere voorwaarden stellen met het oog op het verbieden of beperken van de bewaring van de facturen in een land waarmee geen rechtsinstrument inzake wederzijdse bijstand bestaat waarvan de strekking gelijk is aan die van Richtlijn 76/308/EEG en Verordening (EG) nr. 1798/2003 of inzake het in artikel 249 bedoelde recht van elektronische toegang, downloading en gebruik.

Scroll naar boven