Artikel 15
1. Elektriciteit, gas, warmte, koude en soortgelijke zaken worden met „lichamelijke zaken” gelijkgesteld.
2. De lidstaten kunnen als lichamelijke zaken beschouwen:
a) | bepaalde rechten op onroerende goederen; |
b) | de zakelijke rechten die de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen een onroerend goed te gebruiken; |
c) | de deelbewijzen en aandelen waarvan het bezit rechtens of in feite recht geven op de eigendom of het genot van een onroerend goed of een deel daarvan. |