Artikel 198 BTW-richtlijn

Artikel 198

1.   Wanneer uit hoofde van artikel 344 belasting wordt geheven over specifieke handelingen met betrekking tot beleggingsgoud tussen een lid van een gereglementeerde goudmarkt en een andere belastingplichtige die geen lid is van die markt, wijzen de lidstaten de afnemer aan als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon.

Indien de afnemer die geen lid is van een gereglementeerde goudmarkt een belastingplichtige is en zich uitsluitend voor de in artikel 344 bedoelde handelingen voor BTW-doeleinden dient te identificeren in de lidstaat waar de belasting verschuldigd is, vervult de verkoper de fiscale verplichtingen namens de afnemer, overeenkomstig de voorschriften van die lidstaat.

2.   In het geval dat een belastingplichtige die een keuzerecht overeenkomstig de artikelen 348, 349 of 350 uitoefent, een levering van goud of van halffabrikaten met een zuiverheid van ten minste 325/1 000, of een levering van beleggingsgoud als omschreven in artikel 344, lid 1, verricht, kunnen de lidstaten de afnemer aanwijzen als de tot voldoening van de belasting gehouden persoon.

3.   De lidstaten stellen de procedures en voorwaarden voor de toepassing van lid 1 en lid 2 vast.