Artikel 82
De lidstaten kunnen bepalen dat in de maatstaf van heffing voor goederenleveringen en diensten de waarde moet worden opgenomen van vrijgesteld beleggingsgoud in de zin van artikel 346, dat door de afnemer ter beschikking is gesteld om voor verwerking te worden gebruikt en dat als gevolg van die verwerking zijn status van vrijgesteld beleggingsgoud verliest wanneer die goederenlevering of die dienst wordt verricht. De te hanteren waarde is de normale waarde van het beleggingsgoud op het tijdstip waarop die goederenlevering of die dienst wordt verricht.