Artikel 358 BTW-richtlijn

Artikel 358

Onverminderd andere communautaire bepalingen wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaan onder:

1) „niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige”: een belastingplichtige die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet op het grondgebied van de Gemeenschap heeft gevestigd noch daar over een vaste inrichting beschikt, en ook niet anderszins uit hoofde van artikel 214 geïdentificeerd moet zijn;
2) „elektronische diensten” en „langs elektronische weg verrichte diensten”: de diensten bedoeld in artikel 56, lid 1, punt k);
3) „lidstaat van identificatie”: de lidstaat die de niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtige verkiest te contacteren om opgave te doen van het begin van zijn activiteit als belastingplichtige op het grondgebied van de Gemeenschap overeenkomstig dit hoofdstuk;
4) „lidstaat van verbruik”: de lidstaat waar de elektronische diensten worden geacht plaats te vinden overeenkomstig artikel 57;
5) „BTW–aangifte”: de aangifte die alle gegevens omvat die nodig zijn om het bedrag van de in elke lidstaat verschuldigde BTW vast te stellen.
Scroll naar boven