Werkzaamheden euritmietherapeut geen medische handelingen dus niet vrijgesteld btw
Euritmietherapeut A is niet geregistreerd als beoefenaar van een paramedisch beroep in de zin van de Wet BIG, wel is hij een geregistreerd lid van de Nederlandse Vereniging voor Euritmietherapie (NVET). A heeft als geregistreerd lid van de NVET een diploma Euritmietherapie van de Freie Hochschule für Geisteswissenschaft Medizinische Sektion am Goetheanum (het Goetheanum) in het Zwitserse Dornach en een diploma medische basiskennis (sinds 2016). Daarnaast heeft hij de opleiding Eurythmée te Parijs afgesloten met een diploma. Verder beschikt hij als NVET-lid over een hbo-diploma Docent Dans/Euritmie. Tevens is A als lid van de NVET aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ). Om te worden toegelaten tot de opleiding euritmietherapie dient men verplicht in het bezit te zijn van een diploma hbo Docent Dans/Euritmie dan wel een buitenlandse euritmieopleiding op bachelor-niveau te hebben voltooid. De Nederlandse hbo-opleiding heeft een studiebelasting van 240 ECTS en de buitenlandse variant ten minste 4.500 uur. Van deze laatste zijn 1.800 uren toe te rekenen aan de opleiding euritmietherapie vanwege de gezondheidskundige vakken als anatomie, ontwikkelingspsychologie en menskunde. De opleiding euritmietherapie is een eenjarige voltijdsstudie gevolgd door een practicum van zes maanden en heeft een studiebelasting van 1.800 uur. Ter behoud van de NVET-registratie is A verplicht jaarlijks tenminste 21 uur bijscholing (waarvan 40 percent medisch) te volgen en minimaal 180 patiëntencontacten te hebben. Voorts dient A aan de PLATO-eisen te voldoen. PLATO staat voor het Platform Onderwijs, Opleiding en Organisatie opgericht door de Rijksuniversiteit Leiden. Daarin is vastgelegd welke medische en sociale basiskennis op hbo-niveau een behandelaar moet hebben teneinde in aanmerking te komen voor vergoeding door zorgverzekeraars. De NVET is een door zorgverzekeraars erkende beroepsorganisatie. Volgens de website www.zorgwijzer.nl vergoeden 26 van de 38 zorgverzekeraars (anno 2019) de behandelingen euritmietherapie verricht door NVET-geregistreerde therapeuten vanuit de aanvullende zorgverzekering. Behandelingen euritmietherapie door een geregistreerd NVET-lid worden uitsluitend op verwijzing van artsen, psychiaters en psychologen verricht. Een NVET-lid is niet bevoegd tot het stellen van diagnoses. A heeft tevens de volgende diploma’s behaald: – Doctoraal Pedagogische Wetenschappen (Universiteit van Amsterdam); – Differentiatieprogramma Orthopedagogiek; – Postacademische opleiding antroposofische diagnostiek, gespreks- en psychotherapie; – Pedagogische Academie, met bevoegdheid lichamelijke opvoeding (hbo).
De vraag is of de diensten die A verricht bij de uitoefening van zijn praktijk als euritmietherapeut onder de vrijstelling voor medici vallen.
Bij de beslechting van het geschil staat voorop dat de vrijstelling richtlijnconform moet worden uitgelegd waarbij het arrest Solleveld richtinggevend is. De basis van de euritmietherapie is gelegen in de dans. Dat deze dansopleiding de basis vormt voor de therapeutische behandeling acht Rechtbank Noord-Holland onvoldoende om te kunnen oordelen dat sprake is van een medische opleiding en daarop gebaseerde medische behandeling. De rechtbank acht voorts een vergelijking met behandelingen door psychologen, psychiaters, orthopedagogen en psychiatrisch verpleegkundigen en door hen verrichte handelingen niet juist. Het overleggen van verklaringen van artsen die patiënten hebben doorverwezen naar A kan evenmin tot een andersluidend oordeel leiden. Ook het bezit van een diploma medische basiskennis sinds 2016 en het daarmee voldoen aan de eisen van PLATO, naast de jaarlijkse patiëntencontacten, kunnen niet tot een andersluidend oordeel leiden. Het voldoen aan PLATO-vereisten impliceert dat euritmietherapeuten volgens de normen van zorgverzekeraars beschikking over medische basiskennis op hbo-niveau. Het enkele gegeven dat zorgverzekeraars bereid zijn een vergoeding voor deze behandeling te verstekken indien een patiënt een aanvullende verzekering heeft afgesloten – derhalve tegen een hogere premie dan voor de basisverzekering – acht de rechtbank niet van belang voor het voorliggende geschil. De rechtbank acht dat zowel op zichzelf bezien als in combinatie met de andere gevolgde opleidingen onvoldoende voor toepasselijkheid van de vrijstelling.