Schatting naheffingsaanslagen grillroom/pizzeria terecht en niet willekeurig

Pizza Pizzeria

Schatting naheffingsaanslagen grillroom/pizzeria terecht en niet willekeurig

De Belastingdienst heeft naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd na een boekenonderzoek bij een grillroom/pizzeria. Er is sprake van een onherroepelijke informatiebeschikking.

Omkering van de bewijslast is volgens de rechtbank gerechtvaardigd, omdat er ernstige gebreken in de administratie zijn geconstateerd. Dat neemt niet weg dat de berekening van de nageheven bedragen redelijk en dus niet willekeurig moet zijn.

De Belastingdienst is voor zover mogelijk uitgegaan van gegevens die uit de administratie konden worden herleid en heeft daarnaast rekening gehouden met een fors aantal omstandigheden die door belanghebbende naar voren zijn gebracht (hoewel deze omstandigheden niet herleidbaar waren uit de aanwezige administratie). De Belastingdienst heeft belanghebbende verzocht om deze omstandigheden in latere periodes te registreren en die geregistreerde gegevens zijn door de Belastingdienst voor de onderhavige perioden geëxtrapoleerd. De Belastingdienst heeft ook rekening gehouden met een aantal stellingen van belanghebbende, bijvoorbeeld over het verbruik van pizzadozen, die door belanghebbende in het geheel niet zijn onderbouwd met objectief verifieerbare gegevens. Gelet op al het voorgaande is de schatting van de Belastingdienst naar het oordeel van de rechtbank redelijk. Belanghebbendes stelling dat de Belastingdienst rekening had moeten houden met een hoger privégebruik baat haar niet. Dit gestelde hogere gebruik is niet onderbouwd en bovendien beperkt dat privégebruik de grondslag van de na te heffen omzetbelasting niet dan wel beperkt. Dat de Belastingdienst belanghebbende niet volledig is gevolgd in haar stellingen, betekent volgens de rechtbank niet dat de schatting daarmee willekeurig en onredelijk wordt.

Nu de rechtbank van oordeel is dat de naheffingsaanslagen terecht en niet willekeurig zijn vastgesteld is het aan belanghebbende om aan te tonen dat en in hoeverre die onjuist zijn o.g.v. art 27e AWR. Belanghebbende is er niet in geslaagd om aan te tonen dat en in hoeverre de naheffingsaanslagen onjuist zijn. Belanghebbende heeft in dit verband verwezen naar haar aangiften omzetbelasting, maar die aangiften zijn gebaseerd op een gebrekkige administratie en van die aangiften is aannemelijk dat die aanzienlijk te laag zijn. De aangiften omzetbelasting kunnen daarom niet als tegenbewijs dienen. Verder is geen concreet bewijs aangevoerd.

[/su_tabs]